Er is veel te doen over het begrip ‘dialoog’, zeker als het – zoals hier in Westerveld – gaat over een politiek gevoelig onderwerp als het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in de intensieve landbouw. Dat begrip ‘dialoog’ wil ik nader onder de loep nemen.
Waar gaat het niet over?
Sommigen verbinden de dialoog aan een algemeen beeld over hoe we met elkaar omgaan in de samenleving. “We moeten elkaar toch kunnen blijven groeten in het dorp”. “We moeten toch op een normale manier met elkaar om kunnen gaan?” Dat is zeker waar. Ik vind dat we alle politieke en inhoudelijke verschillen van mening niet in het persoonlijke domein moeten trekken. Dus: jazeker, we moeten elkaar kunnen blijven groeten, we moeten gewoon met elkaar de jaarlijkse buurtbarbecue kunnen houden. En we moeten zeker niet onszelf verlagen tot het anoniem bekladden van affiches of het elkaar uitschelden op twitter.
Sterker nog: ik heb goede gesprekken gevoerd aan de keukentafel, die over de lelieteelt gingen en waarbij we aan beide zijden opener waren dan in andersoortige gesprekken, juist door die informele setting en doordat er geen agenda lag. Dat is waardvol. Maar het is niet ‘de dialoog’
Waar gaat het wel over?
Toen wij aan deze raadsperiode begonnen stond ons een dialoog voor ogen met alle betrokkenen. We hadden het de vorm gegeven van een Platform Duurzame Landbouw, en we hadden er zelfs een Fonds Duurzame Landbouw aan gekoppeld. Een van de eerste dingen die het College in z’n nieuwe samenstelling (na de collegebreuk van medio 2019) deed was het afschaffen van dit platform en het fonds. Zie bericht
Toen wij eind 2019 met elkaar spraken over het nieuwe bestemmingsplan voor het buitengebied en we een petitie ontvingen met zo’n 900 handtekeningen, waarin gevraagd werd om spuitvrije zones, hebben we er voor gepleit om het voorliggende bestemmingsplan niet door te zetten, maar met alle betrokkenen in dialoog te gaan over een echt gedragen nieuw bestemmingsplan. De raad heeft dat niet gewild. Zie bericht.
In diezelfde periode kwam het rapport Uitgesproken uit. Zelden heb ik zo’n glashelder verhaal gezien. “Dit lossen omwonenden en telers niet samen op. De gezamenlijke overheden zijn aan zet”, zeiden Martha Buitenkamp en Marga Kool.
Toen we in februari 2020 met elkaar wilden spreken over het voorstel van VVD en PvdA voor een vervolgproces rondom de ‘gewasbeschermingsmiddelen’, werd de Raad ruw gestoord door het feit dat het College eenzijdig met de telers een “Convenant” had afgesloten, dat inhoudelijk niet deugde, en waarbij de omwonenden volledig buitenspel waren gezet. De raad heeft daarover een heel scherp oordeel geveld. Zie bericht.
Toen we desniettemin op de weg van het agendavoorstel verder gingen, hebben wij dat ook vanuit Progressief Westerveld volmondig gesteund. We hebben ons akkoord verklaard met de verkenningen van Bureau ANNE, we hebben op positieve wijze deelgenomen aan de beide dialoogavonden, en we hebben hun eindconclusies ten principale overgenomen.
Ook toen werden we geconfronteerd met een proces dat daar (buiten ons gezichtsveld) dwars doorheen was gegaan, namelijk dat van de ‘pilot’, dat zich voornamelijk op het niveau van de provincie afspeelde, en waarbij exact hetzelfde werd gedaan als bij het gemeentelijke convenant, namelijk alleen spreken met de telers en hun organisaties en niet met de omwonenden.
In de raadsvergadering over de voorjaarsnota van juli hebben we vanuit Progressief Westerveld samen met de PvdA en D66 een ultieme poging gedaan om de dialoog op gang te houden. We hebben een motie ingediend waarbij we aansloten bij het rapport ‘Uitgesproken’, aansloten bij de meerjarenstrategie van het Ministerie van Landbouw om ‘gewasbeschermingsmiddelen’ in de periode tot 2030 uit te faseren, aansloten bij de conclusies van Bureau ANNE en waarin we vroegen om de pilot van de provincie aan te vullen met een al dan niet separaat proces waarin alle partijen van aanvang af zijn betrokken, alle aspecten worden meegenomen, en middels stapsgewijs te behalen doelen wordt toegewerkt naar een natuurinclusieve landbouw in 2030; en hiervoor ook gemeentelijke middelen ter beschikking dienen te stellen. Deze motie werd door de gemeenteraad tot mijn niet geringe ontsteltenis verworpen zonder noemenswaardige discussie. Zie bericht.
Inmiddels probeert de Commissaris van de Koning, mevrouw Jetta Klijnsma, de dialoog weer op gang te helpen. Haar Tussenrapportage is onlangs aan Provinciale Staten aangeboden (zie: 21.09.30 Tussenrapportage van de CdK van de gesprekken ihkv het programma Duurzame bollenteelt in Drenthe). Het omvat een overzicht van wat er aan zaken ligt en wat er aan gesprekken is gevoerd; daarmee is niets mis. Maar de beide laatste paragrafen (‘Blik naar voren’ en ‘Tot slot’) geven weinig reden tot optimisme. Want opnieuw lijkt het of de overheid hier slechts de rol heeft van ‘gespreksleider’: “Om verdere stappen te zetten ga ik in oktober starten met het inrichten van gesprekstafels waarin alle betrokken partijen met elkaar in gesprek kunnen gaan om de zorgen over en weer te delen en naar elkaar te luisteren. lk hoop dat door deze gesprekken een basis ontstaat om gezamenlijk op zoek te gaan naar oplossingen/compromissen”. Met zo’n formulering onttrekt de overheid zich andermaal aan haar eigen rol en verantwoordelijkheid, en lijken we weer terug bij de fase voor het rapport ‘Uitgesproken’. Als dat ook de toon en teneur is van de Eindrapportage van de Commissaris, dan zijn we nog heel ver verwijderd van oplossingen. Maar in de fase tussen de Tussenrapportage en de Eindrapportage kan nog veel gebeuren. Het is vooral aan de collega’s in Provinciale Staten om daar zeer nauw en kritisch bij betrokken te blijven.
Hier in Westerveld zijn we nu bijna aan het eind van deze raadsperiode. In maart 2022 spreekt de kiezer weer. Maar laat nooit iemand zeggen, dat wij het geweest zijn, die “de dialoog” niet zouden hebben gewild. Het tegendeel is het geval.