Op 19 december stond een college-voorstel over huishoudelijk afval op de agenda. Het college pleitte voor invoering de zogenaamde Staphorster variant. Het voorstel omvatte een verlaging van de frequentie van het ophalen van het restafval met een overloop naar een aantal ondergrondse afvalcontainers. Bovendien werd een verhoogde ophaalfrequentie van PMD-afval voorgesteld. Het beprijzen van restafval, het zogenaamde diftar systeem, wordt in het voorstel in 2020 of desgewenst eerder ingevoerd. Bovenliggende doelstelling van dit alles is het terugdringen van restafval naar ongeveer 100 kg per persoon in 2020. Dit is een landelijk afgesproken norm.
De fractie van Progressief Westerveld kon voor een groot deel meegaan met het collegevoorstel. In een amendement werd echter gepleit voor het direct invoeren van het beprijzen van restafval (diftar). Daarnaast wilde Progressief Westerveld meer communicatie met en bewustwording bij inwoners voor het terugbrengen van de hoeveelheid restafval. Dit maakt gewenste afvalreductie volgens PW reëler. De raad besloot anders. Het collegevoorstel werd overgenomen. Helaas dus niet met een directe invoering van diftar zoals PW wenste. Juist met dit systeem is het de vervuiler die betaalt en wordt degene die zijn afval netje scheidt beloond. PW streeft op dit terrein bovendien naar meer reparatiemogelijkheden voor spullen met eindige grondstoffen en zoveel mogelijk recycling van herbruikbare materialen.
Progressief Westerveld boekte wel resultaat met de motie om Westerveld zich aan te laten sluiten bij de zogeheten Statiegeldalliantie. Deze werd overgenomen door het college. Dit is een landelijk initiatief waarbij zich binnen drie weken al vele gemeenten en maatschappelijke organisaties hebben aangesloten. Hierin wordt opgeroepen statiegeld te heffen op blikjes en kleine pet-flesjes. Dit biedt een structurele oplossing voor zwerfafval in straten, bermen en zeeën. Bovendien leidt het tot een écht duurzaam, circulair model voor het beheer van grondstoffen.