Bodembeheer en bodemkwaliteit (2)

Zoals aangekondigd in de debatronde van 16 maart heeft Wilfred Beets van Progressief Westerveld 5 amendementen ingediend op het voorstel Vaststelling Regionale Nota Bodembeheer: Amendementen overzicht PW Nota Bodembeheer

Het basis-amendement luidt als volgt: “De gemeente Westerveld stelt , in het kader van haar streven naar duurzaamheid en vermindering van CO2 uitstoot, als prioriteit grondverzet en transport zoveel mogelijk te beperken en te streven naar werken met een gesloten grondbalans.”

Daarna volgden vier meer specifieke amendementen:

In de nota wordt voor grond die opgebracht mag worden in woonwijken een norm vastgesteld van 10 % bodemvreemd materiaal. Dus puin, steen, plastic, ijzer enz.  Op bijgaande foto is te zien hoeveel dit is.
Progressief Westerveld stelt voor hier 5 % van te maken, dat is arbitrair, en wellicht nog steeds veel, maar dwingt wel tot nader onderzoek, en voorkomt het te makkelijk “bijmengen” van afvalstoffen.

Van plastic wordt in de nota gesteld dat dit “sporadisch” mag voorkomen. Dat is ons te onduidelijk.  In landbouwgrond bijvoorbeeld, die valt in de categorie AW (schoon) , wordt steeds vaker drainage toegepast. Dan zit er minstens 500 kilo PVC en PPE per hectare in, die er niet of lastig apart of onbeschadigd uit te halen is. Dat zijn omgerekend 15.000 plastic literflessen per hectare. In Westerveld zijn steeds meer landbouwgronden gedraineerd, nu tegen de 1500 hectare en dit neemt alleen maar toe, en nooit meer af. Dus nu zitten er al ruim 22 miljoen plastic literflessen in onze bodem. En een aanzienlijk gedeelte van deze kunststof bestaat uit PPE, dat zijn de toekomstige microplastics die niet meer uit onze grond te verwijderen zijn. En uiteindelijk in het water en de voedselketen terecht kunnen komen. Progressief Westerveld stelt voor, met het oog op de toekomst, gedraineerde gronden apart in kaart te brengen. Zodat toekomstige generaties weten wat er waar onder de grond ligt. En wat hopelijk een bewustwording teweeg brengt over deze toepassing en daarmee een wat spaarzamer gebruik.

In de tekst van de nota staat: “Het toepassen van partijen grond, waarin zichtbaar asbest aanwezig is, kan o.a. onrust,  meldingen van asbestverontreiniging en beperkingen bij nieuw grondverzet veroorzaken.  Daarom spreken we de ambitie uit geen zichtbaar met asbest verontreinigde grond toe te passen in gebieden met de bodemfunctieklasse wonen of overige.“ De reden om geen zichtbaar asbest toe te passen is hier dus dat er geen onrust mag ontstaan, dat werkt alleen maar verstorend op het bouwproces. Dat is niet zomaar een ongelukkige formulering, het geeft ook aan hoe naar kritische burgers gekeken wordt. Als je er achter staat dat je een bepaald , heel klein, percentage asbest vervuiling toestaat  en dat je dat niet schadelijk vindt voor de volksgezondheid, dan kun je dat ook uitleggen en dan sta je daarvoor in. Het verdoezelen van de zichtbaarheid is een raar en contraproductief beleid. Progressief Westerveld is van mening dat grond die opgebracht wordt in toekomstige woonwijken vrij moet zijn van asbest. Dat wil je niet in je toekomstig moestuintje. Ons amendement luidde dan ook kort en goed : “In gebieden met de functieklasse wonen kan geen asbesthoudende grond worden toegepast”.

En als laatste amendement stelt Progressief Westerveld voor om in de opsomming van specifieke situaties  aan de zin “…grond afkomstig
van percelen waarop in de voorafgaande 2 jaren bollenteelt heeft plaatsgevonden “ toe te voegen : “en/of andere teelten waarbij relatief veel gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt.