De fracties van Progressief Westerveld en Partij van de Arbeid hebben kennis genomen van de intentieverklaring van 19 Drentse lelietelers, zoals die via de Provincie Drenthe eergisteren naar buiten is gebracht.
Fractievoorzitter Michiel van de Kasteelen (PW): “Natuurlijk is het goed om te zien, dat de Drentse lelietelers vaststellen, dat er impact is van de Drentse lelieteelt op het milieu en de leefomgeving en dat die impact verlaagd dient te worden. Zij komen tot die conclusie vanuit het besef dat dat de enige manier is om ‘hun bestaansrecht te garanderen’. Onze fracties waren altijd al van mening, dat de impact van met name de lelieteelt op milieu en omgeving veel te groot is, maar dan vanuit het besef, dat het biodiversiteitsverlies desastreuze gevolgen heeft, de waterkwaliteit onder zware druk staat, en de gezondheid van inwoners in het geding is.”
De tekst van de Intentieverklaring roept bij onze fracties veel vragen op. Zo zijn er de meer fundamentele vragen ten aanzien van de formulering van de doelstelling. Dan zijn er de feitelijke vragen naar de betekenis en consequenties van de ‘intenties binnen de verklaring’. En tenslotte zijn er politieke vragen over de publieke financiering van dit soort projecten. Klaarblijkelijk is in een onderhandse afspraak tussen individuele telers, de provinciale overheid en het bedrijf HLB van alles afgesproken zonder een grondige onderbouwing in de vorm van een projectplan op basis van meetbare doelen en controleerbare resultaten. En ook nu zijn de omwonenden niet van aanvang af betrokken. Zie voor de volledige reactie de bijlage.
Hoe het ook zij, deze intentieverklaring ontslaat het politieke bestuur (Europees, landelijk, provinciaal en gemeentelijk) niet van de plicht om te werken aan maatregelen, die het niveau van wellicht goedbedoelde particuliere intenties overstijgen.
Fractielid Chrisstien Dollekamp (PvdA): “Wij zien wel degelijk de worsteling, waarmee telers te maken hebben, en we hopen – samen met hen en de omwonenden – positieve stappen te kunnen zetten. Maar wij staan als fracties ook voor het publieke belang van de bescherming van milieu, biodiversiteit en volksgezondheid.”
Volledige reactie:
Reactie op de Intentieverklaring Drentse lelie,
als bijgevoegd bij de brief van Gedeputeerde Staten van Drenthe, d.d. 29 november 2024
Cie150125 A7 Intentieverklaring Drentse lelieteelt COMPL
Doelstelling
Het doel, genoemd in de intentieverklaring is ‘dat eind 2027 de Drentse lelieteelt een impact op het milieu en de omgeving heeft die vergelijkbaar is met akkerbouwgewassen’. Dat doel roept enkele fundamentele vragen op. De zinsnede ‘vergelijkbaar met akkerbouwgewassen’ is in al zijn onduidelijkheid op geen enkele manier een afrekenbare en controleerbare doelstelling. Betekent het bijvoorbeeld ‘vergelijkbaar met de teelt van aardappelen’ of ‘met het gemiddelde van de gehele akkerbouwsector’?
En dan de vraag: als je een bepaalde mate van milieubelasting toestaat in het kader van het garanderen van de voedselzekerheid, waarom zou dan diezelfde mate van milieubelasting op vergelijkbare wijze moeten worden toegestaan voor niet-voedselgewassen?
En waar is – bij dat alles – de doelstelling, ooit geformuleerd door minister Schouten, om ‘het gebruik van bestrijdingsmiddelen te reduceren tot nagenoeg nul’ gebleven?
Feitelijke betekenis van de ‘intenties binnen de verklaring’
Ook de intenties ‘binnen de verklaring’ roepen veel verdere vragen op, bijvoorbeeld:
> Betekent de zin “De lelietelers stemmen hun teeltstrategie af op de nabije omgeving” dat telers afzien van bepaalde teelten bij scholen, voorzieningen, woonomgeving en natuurgebieden, of is het slechts een aanpassing van het spuitregime in individuele gevallen?
> Betekent de zin ‘Kennisdeling met betrokkenheid van telers, gemeenten, provincie en inwoners’ inderdaad dat inwoners in brede zin – dus met name ook de kennis en expertise van milieuorganisaties en omwonendengroepen – nu direct en intensief betrokken gaan worden bij het verdere proces?
> En betekent de zin dat inwoners betrokken en op de hoogte gehouden gaan worden dat er nu eindelijk open en transparante communicatie gaat plaatsvinden over de vraag met welke (cocktails van middelen) nu precies wordt gespoten?
Politieke vragen
De telers zelf brengen financiering ‘in kind’ (met name hun uren en inspanningen) in; de overheid betaalt de rest. Dat is natuurlijk niet nieuw, want gebeurt ook nu al in het Programma Duurzame Bollenteelt. Dat roept de principiële politieke vraag op naar het gebruik van publieke middelen voor particuliere bedrijfsvoering in bepaalde bedrijfssectoren. En zo te zien (in de brief van GS) is de bijdrage van de Provincie Drenthe van € 750.000 niet voorzien van heldere voorwaarden. Maar als je die terzijde laat, roept het ook de vraag op, welke overheidsondersteuning er is voor de echte omschakeling naar volledig regeneratieve of biologische teelten. Een bijkomende vraag voor de provinciale politiek is of deze onderhandse werkwijze niet op gespannen voet staat met de scheiding tussen private en publieke belangen en de aanbestedingsregels.
En tenslotte de intrigerende zin halverwege de intenties binnen de verklaring: “De provincie heeft als uitgangspunt voor de landbouw: geen provinciale regels bovenop Nationale en Europese wetgeving (coalitieakkoord 2023-2027)”. Wij zijn bekend met genoemd coalitieakkoord, maar wat doet deze zin in een verklaring van individuele telers? Als de uitleg daarvan is, dat de deal is gemaakt, dat de telers deze intenties uitspreken, als de overheid maar niet verdere maatregelen treft, dan is ons antwoord vanuit de gemeentelijke politiek van Westerveld, dat wij – ondanks deze Intentieverklaring – het politieke debat over de sierteelt in Westerveld zullen blijven voeren.