Debat Burgerberaden ten prooi aan spraakverwarring

Ondanks twee jaar voorbereiding in de Raadswerkgroep Inwonersparticipatie, ondanks een informatiesessie, ondanks een helder advies van een extern bureau en ondanks een succesvol burgerberaad in de Provincie Drenthe, viel het debat in de raad van Westerveld opnieuw ten prooi aan spraakverwarring. De fractie van Progressief Westerveld besloot daarop een voorbereide motie (nog) niet in te dienen. 

Dit was de inbreng van fractievoorzitter Michiel van de Kasteelen:

Voorzitter,

In de Raadswerkgroep Inwonersparticipatie hebben we de afgelopen twee jaar gewerkt met een aantal denklijnen. We hebben gekeken naar ‘dorpendemocratie’ (en het ontbrekende hoofdstuk in de participatieverordening daarover); dat onderdeel is nog in de fase van onderzoek en uitwerking. Dat geldt ook voor het recent toegevoegde element van Jongerenparticipatie. We hebben gekeken naar de mogelijkheid van een pilot rondom de participatie in Vledder met betrekking tot de plannen, die ontwikkeld gaan worden. Daarmee wordt aan de slag gegaan: een mooie en vernieuwende werkwijze, deels in persoon, deels via een online tool.

En we hebben ons beziggehouden met het fenomeen Burgerberaad. Daarover hebben we een aantal informatieve bijeenkomsten belegd en hebben we uiteindelijk de externe adviseurs Verhijde en van der Heijden gevraagd een Position paper te schrijven. Vanuit de werkgroep heb ik twee maal een landelijke bijeenkomst rondom Burgerberaden bijgewoond, waarvan de laatste enkele maanden geleden een prachtige evaluatie opleverde van twee jaar experimenteren met burgerberaden, en waar de Handreiking Burgerberaden van VNG en BiZa uit is voortgekomen.

Als ik dan nu kijk naar de antwoorden van de verschillende fracties op de gestelde vragen, dan zie ik drie zaken: grote misverstanden (nog steeds), praktische bezwaren en een principieel punt, ingebracht door collega Muller von Czernicki. Op dat laatste punt ga ik eerst in.

In tegenspraak met een van de kroonjuwelen van D66 (zoals hij ook zelf aangeeft) ziet collega Muller niets in het burgerberaad. Zijn vraag is: hoe kan een willekeurig persoon zonder dossierkennis en zonder kennis van procedures een zinvolle bijdrage leveren? Die vraag is in zoverre grappig, omdat wat we op dit moment in de politiek van alledag zien, is juist dat: willekeurige personen (of ze nu minister, kamerlid, statenlid, raadslid of wat dan ook zijn), die hun beslissingen baseren op allerlei andere zaken dan dossierkennis en kennis van procedures. Sterker nog: in de politiek is dossierkennis een elitaire hinderpaal geworden, en worden beslissingen vaak gebaseerd op onderbuikgevoelens en aannames, die alle relatie tot de werkelijkheid ontberen. Daarnaast speelt in de politiek van alledag zeer vaak politiek opportunisme een rol: met welke beslissing kan ik het beste mijn kiezerspubliek bespelen; welke beslissing geeft mij meer macht bij de volgende verkiezingen. In een Burgerberaad zitten mensen, die juist niet een politiek-electoraal belang hebben bij een te nemen beslissing. En in het Burgerberaad wordt juist heel sterk geprobeerd om iedere deelnemer de noodzakelijke dossierkennis te geven, die nodig is voor een afgewogen oordeel.

Het tweede probleem, dat ik in de antwoorden zie, is dat de misverstanden rondom burgerberaden nog steeds niet zijn weggenomen. Met name in de reactie van GB zit het levensgrote misverstand dat  het zou gaan om één groep mensen, die – wellicht zelfs voor de eeuwigheid – in het burgerberaad zouden zitten. Het tegendeel is het geval. Bij elk burgerberaad gaat het om een nieuwe, voor dat beraad geselecteerde groep mensen, die door de manier van selecteren een dwarsdoorsnede vormen van de Westerveldse bevolking. Door dat misverstand komt GB niet toe aan de werkelijke beoordeling van het idee van burgerberaden.

En tenslotte zie ik een derde soort ‘bezwaren’ genoemd worden, namelijk de praktische bezwaren, waarbij gezegd wordt: we zijn te klein, het kost veel geld of veel tijd van de ambtelijke organisatie. Alsof er voorgesteld wordt om jaarlijks twee burgerberaden te organiseren. Dat is onzin natuurlijk. Het inzetten van een burgerberaad moet slechts in een beperkt aantal gevallen en bij een beperkte groep onderwerpen. Wellicht zou het gaan om één burgerberaad per raadsperiode. Maar misschien zelfs dat niet. Het is een vorm die inzetbaar is in uitzonderlijke gevallen, waartoe de gekozen gemeenteraad op basis van een grondige afweging een gedegen keuze maakt. En dan: de ervaring van de afgelopen jaren laat zien, dat het burgerberaad geschikt te maken is voor grote gemeenten (waarvoor ook specifieke vragen gelden), en voor kleine gemeenten. En dat het passend te maken is op het vlak van financiën en ambtelijke inzet. En dat geldt per burgerberaad ook voor al die andere randvoorwaardelijke vragen.

Bij die laatste groep antwoorden zie ik ook wel, dat men het onder voorwaarden wel zou willen overwegen. Het wordt niet categorisch afgewezen, als maar dit is opgelost of dat zou gelden. Het is misschien jammer dat we na twee jaar raadswerkgroep op dit punt nog niet klaar lijken te zijn met het voorwerk. Mijn fractie heeft in principe een motie voorbereid, die we zo deze week nog zouden kunnen verspreiden en die we volgende week zouden kunnen bespreken. We zullen aan de hand van deze bespreking zien in hoeverre dat nu opportuun is. Ik kom daar in tweede termijn op terug.