Er is een nieuwe Wet Inburgering 2022, en dat was nodig ook. De oude wet, zoals die vanaf 2013 gold had twee hele grote nadelen. Allereerst werd de inburgeringsplichtige veel te lang uit de Nederlandse samenleving weggehouden; nu kan deze sneller aan de slag met taalverwerving en met participatie. En ten tweede werd in de oude wet veel teveel overgelaten aan de ‘marktwerking’: je kreeg een budget en kon dan terecht bij een van de aanbieders van taalonderwijs, waarbij er behoorlijk wat kaf tussen het koren zat. In deze nieuwe situatie heeft de inburgeraar sneller toegang tot taal en samenleving en heeft de overheid de regierol weer terug, waarbij de gemeente die rol zal vervullen. Dat biedt allerlei nieuwe mogelijkheden ook om verbanden te leggen met de andere onderdelen van het sociaal domein. Positief dus, lijkt Progressief Westerveld.
Het is echter ook helder, dat gemeenten (zeker die van de omvang van Westerveld) voor de uitvoering van deze nieuwe wet niet de vereiste schaalgrootte hebben. En dat is natuurlijk vaker het geval bij zaken, die aan gemeenten worden overgedragen. Voor veel daarvan is een andere
schaalgrootte nodig. En dat leidt weer tot regionale of subregionale samenwerkingsverbanden. Het is niet anders. In ieder geval lijkt de gemeente Westerveld zowel bij de Onderwijsroute als bij de B1 en Z-route goede partners gevonden te hebben. Progressief Westerveld heeft daar verder geen oordeel over, maar gaat ervan uit dat de keuzes op goede gronden zijn gemaakt. Ook op de beschreven trajecten en routes ging fractievoorzitter Michiel van de Kasteelen verder niet in; hij nam dat voor kennisgeving aan.
Over de handhaving van de inburgeringsplicht zei hij: Met instemming lees ik, dat handhaving in de strikte zin van het woord pas aan de orde is, als andere wegen om met de inburgeraar samen vorm te geven aan het traject, echt hebben gefaald. Ik hoop dat dat in de praktijk ook inderdaad zo gaat werken. We hebben het hier tenslotte over mensen, die vanuit een volledig andere cultuur hier zijn aangekomen en vaak ongelofelijk moeilijke dingen hebben meegemaakt.
Over het financiële deel van dit verhaal was eerder al in de raad het nodige te doen. En nog steeds wekt de financiële paragraaf niet het vertrouwen dat het probleem van de tekortschietende rijksfinanciering echt is opgelost.