Dingspilhuus – Achtergrond

De discussie over het Dingspilhuus in Diever kent een lange geschiedenis. Ooit waren er plannen om een geheel nieuwe voorziening (een Multifunctionele Accommodatie) te creëren in en met Stad en Esch, de middelbare school.
 
Dat voornemen leidde tot aanzienlijke protesten en in 2012 besloot de gemeenteraad – in voorbereiding op de Sociale Structuurvisie – om 858.000 Euro ter beschikking te stellen om een overeenkomst mogelijk te maken tussen gemeente en Stichting Dingspilhuus gericht op renovatie en overdracht van het gebouw. Daarmee was de integratie met Stad en Esch van de baan. In 2013 is door de gemeente geprobeerd om met het toenmalige stichtingsbestuur veelvuldig gesproken. Er was zelfs ruimte om het te investeren bedrag omhoog te brengen tot 1.2 miljoen Euro, mits het bestuur een sluitende exploitatie kon garanderen.
 
Eind 2013 was de conclusie echter dat dat niet haalbaar was, en keerde het College van B&W terug bij het plan tot integratie in en met Stad en Esch. In de vergadering van de Commissie Sociaal Domein van 10 december 2013 werd echter door het inmiddels opgerichte Actiecomité Eerlijk Diever een alternatief plan ter tafel gebracht. Daarvoor was in de Raad zoveel steun, dat het Actiecomité de ruimte werd gegund om een en ander uit te werken. Daarmee was het “Stad en Esch plan” wederom van tafel. Het Actiecomité nam vervolgens het bestuur van de Stichting Dingspilhuus over.
 
Op 4 maart 2014 besloot de gemeenteraad om apart te investeren in Stad en Esch en in het Dingspilhuus, maar met behoud van een relatie tussen beide gebouwen. Tevens werd besloten om met het nieuwe Stichtingsbestuur (het oude Actiecomité) een realisatieovereenkomst te sluiten. De gemeente handhaafde het te investeren bedrag op 1,2 miljoen Euro: een bedrag dat niet overschreden kon worden. Het gebouw zou worden overgedragen aan de Stichting in een erfpachtconstructie voor 20 jaar. Op deze basis is het nieuwe Stichtingsbestuur in 2014 aan de slag gegaan in samenspraak met de gebruikers van het gebouw, en eind 2014 kon aan de gemeenteraad (maar ook aan gebruikers en inwoners) een Programma van Eisen (PvE) worden gepresenteerd, dat met slechts enkele aanpassingen werd overgenomen. Op basis van dat PvE is het Stichtingsbestuur in gesprek gegaan met vier architectenbureaus, waarvan er uiteindelijk een is gekozen. Dit bureau (Van der Salm in Dwingeloo) heeft een concept-ontwerp uitgewerkt, uitgaande van nieuwbouw ipv renovatie, en laten doorrekenen. Die doorrekening leidde tot de constatering dat er een fors verschil van 450.000 Euro is tussen de voorziene kosten en het bedrag dat de gemeente ter beschikking had gesteld. Stichting, gemeente en architect hebben vervolgens geprobeerd om in overleg dat verschil te verkleinen, maar zijn daarin niet geslaagd.
 
Het College van B&W heeft deze situatie besproken op haar laatste vergadering van 2015, maar heeft geen keuze gemaakt. Het legt de bal nu volledig bij de gemeenteraad. Er ligt een voorstel aan de raad met twee opties. De eerste optie is dat de raad akkoord gaat met een extra krediet van 450.000 Euro (boven de eerder toegezegde 1,2 miljoen), plus nog eens 75.000 Euro (voor de sportvloer) en 25.000 Euro (uit het Fonds Dorpshuizen). Omdat het gebouw is overgedragen aan de Stichting kan de gemeente dat bedrag niet over meerdere jaren afschrijven en moet het dus eenmalig in zijn geheel ter beschikking komen. Voor dit bedrag kan duurzaam, met name energieneutraal, worden gebouwd. De alternatieve optie is dat de raad niet akkoord gaat met de extra investering, hetgeen ertoe leidt dat het Stichtingsbestuur haar opdracht teruggeeft, er een andere oplossing moet komen voor een te realiseren gymzaal, en het Dingspilhuus niet te handhaven is en wellicht moet worden afgebroken. Ziedaar het dilemma waarmee de raad op dit moment is opgezadeld.
 
De verdere procedure is nu als volgt. De Commissie Sociaal Domein van 12 januari behandelt het dossier ‘beeldvormend’; ook het Stichtingsbestuur is daarbij uitgenodigd en zal inspreken. De Commissie Sociaal Domein van 9 februari behandelt de zaak ‘oordeelsvormend’, en zal moeten worden besloten welk van de twee opties als besluit aan de raad zal worden voorgelegd. De raadsvergadering van 23 februari neemt dan het uiteindelijke besluit. Kortom dit wordt de komende weken vervolgd.